• Description

Stel, je vindt een stapel oude rokken. Degelijke, Schotse rokken. Behoorlijk ouderwets, zelfs de kringloopwinkel wil ze niet, want niemand gaat ze kopen. Maar de wollen stoffen zijn nog prachtig. Rustige, natuurlijke kleuren. En ze voelen lekker aan, mooie kwaliteit. De rokken waren van Tannie, mijn schoonmoeder. We hadden ze al bijna in de kledingcontainer gekieperd. Maar opeens dacht ik ho, ik kan er nog wel wat anders mee maken.

Dus dat werd een ontdekkingstocht. Eerst de rokken maar eens uit elkaar halen. Dan bekijken hoeveel stof dat oplevert. En ondertussen in de gaten houden of de reis nog wel de goede kant op gaat: wat kun je er eigenlijk van maken? Het houdt me al een paar weken bezig. In eerdere afleveringen heb ik al iets over deze ontdekkingstocht geschreven. Want het is voor mij onontgonnen terrein. Maar, zoals Pippi Langkous gezegd schijnt te hebben - en dat moet je natuurlijk niet kapot fact checken - ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan.

Opgewekt begonnen met het slopen van de rokken. En net als gebouwen tegenwoordig vaak duurzaam gesloopt worden, probeer ik daarbij zoveel mogelijk materiaal te oogsten. Maar wel in het redelijke: ik knip de stof langs de naden af. Die ga ik niet allemaal lostornen. Dan ben je uren bezig, en heb je nog geen mooi resultaat. Die Schotse wollen rokken hebben allerlei ingenaaide plooien. En ieder nadeel (gedoe om het los te halen) heeft ook hier zijn voordeel (lekker veel stof). Het lostornen van die plooien lukt soms niet (en dan snijd ik gewoon het vastgestikte deel eraf, kun je ook leuk verwerken), soms gaat het prima, en soms lukt het wel. Maar is het een hele klus. Zo baan ik mij een weg door onontgonnen gebied.

rol met band
naad lostornen
naad is los!
figuurnaden, die moeten ook los
de oogst
en de restanten....

En waar ga ik naartoe? Het einddoel staat nog niet vast. Ik begin wel een idee te ontwikkelen  wat ik van die wollen stoffen wil gaan maken. Tenminste van een deel ervan, want het is een hele berg. Kussenhoezen, voor rechthoekige kussens. Met rechthoekige stukken wollen stof aan elkaar genaaid in het patroon van een gemetseld muurtje. Eerder vertelde ik al hoe ik de maten van die stenen, de stukjes stof, heb uitgerekend. Lang verhaal kort: ik ga werken in inches, en ik heb stukjes stof nodig die, als ze aan elkaar genaaid zijn, 4 x 8,5 inch meten. Wil je precies weten hoe het zit, beluister dan aflevering 4 of lees mijn blog.

Blijft over om uit te vogelen wat een handige naadtoeslag is. De standaard in patchwork (tenminste, als je in inches werkt) is ¼ inch. Ruim 6 millimeter. Het werd dus tijd om uit te zoeken of dat met deze wollen stoffen ook een goed idee was.

Dus deze week mijn standaard manier om voor een project de naadbreedte te checken uit de kast gehaald. Van drie van de stoffen een stukje gesneden van 2 x 5 inch. En die met de lange kanten aan elkaar genaaid, met ¼ inch naadtoeslag. Dan de naden naar 1 kant strijken, en voilà, je hebt twee resultaten.

het ontwerp op papier
strookjes van 2 inch breed
en aan elkaar naaien!
5 inch blok wollen rok

5 inch proefblok

achterkant van het blok met opengestreken naden

achterkant 5 inch proefblok met opengestreken naden

  • Je meet de breedte van het middelste stukje stof (dat je dus tussen die twee andere hebt genaaid). En, joepie, als hij dan precies 1 ½ inch meet, weet je dat je naadtoeslag van ¼ inch precies klopt. Effe rekenen: 2 inch minus twee keer ¼, dus 0,5 inch = 1,5 inch.  

En: dat klopte precies. Het lukte redelijk om een precieze naad te naaien, maar wol verwerkt wel anders dan katoen: het is toch wat meer rekbaar, en duidelijk dikker. Ik heb een wat grotere steek gebruikt, dat loopt net wat fijner onder de naaimachine door. Maar het naar 1 kant strijken van de naad blijkt niet zo’n goed idee: dat wordt veel te dik. Open gestreken, dus. Met een perslap, want dat wordt met wol wel het mooiste.

  • De bonus is: ik heb nu een genaaid blokje van 5 x 5 inch. Weer even rekenen? De lengte van de strookjes was 5 inch, en daar is met het aan elkaar naaien niets aan veranderd. Ze waren 2 inch breed, het waren 3 strookjes, dus 2 x 3 =6 inch. Van die 6 inch, zijn er 5 over. Die ene inch is verdwenen in de twee naden. In iedere naad 2 x ¼ inch, dus een halve inch. En twee keer een halve inch is een hele. Dus blijft er precies 5 x 5 inch over.

Als je bij ieder project waar je aan begint, zo’n proefblokje maakt, hoef je de stof waar je mee getest hebt niet weg te gooien. Je bewaart het blokje tot je er genoeg hebt om aan elkaar te naaien tot een project. Ook heel duurzaam.

Vond ik die naad van ¼ inch nu OK? Nee, hij is toch wel een beetje aan de kleine kant. Ik ga het mezelf iets makkelijker maken en de naad een klein beetje groter maken. In plaats van ¼ inch, maak ik er 3/8 van. ¼ is hetzelfde als 2/8, dus 3/8 is anderhalf keer zo groot. 3/8 inch kun je ook prima op een inchliniaal aflezen. En voor de liefhebbers van centimeters: 3/8 inch komt overeen met 1 centimeter, dat is ook heel makkelijk.

Hoe groot moet ik mijn lapjes nu snijden om op de 4 x 8,5 inch genaaide maat uit te komen? Simpel: aan alle kanten komt er 3/8 inch bij. Dus aan iedere kant van de rechthoek 2 keer 3/8 inch. Aan de lange kant, en aan de korte kant. Twee keer 3/8 is 6/8 inch oftewel ¾ inch. Komen ze toch nog van pas, die breuken van de basisschool 😊. Ik moet dus lapjes snijden van 4 ¾ bij 9 ¼ inch. En als ik dan precies 3/8 inch, of 1 centimeter, van de rand genaaid heb, blijft er exact 4 x 8,5 inch over.

Pff, hèhè, dat weten we dan. Nu alleen nog even de rest van de rokken slopen. Duurzaam slopen gaat alleen niet zo snel. En de artrose in mijn handen protesteert ook af en toe, vooral na veel tornen. Dus rustig aan. Dat betekent een kleine pauze in het verhaal van de ontdekkingsreis, ik kan pas verder als het sloopwerk klaar is.

Wil je nog meer weten over quilten en patchwork? Abonneer je dan op mijn podcast of meld je aan voor mijn emailberichten.