‘Aardappeltekort treft Japanners: alleen nog maar ‘kleintje patat’ bij hun McDonald’s’. Deze kop stond vorige week in de krant. OK, dacht ik, lastig voor ze, maar toen ik doorlas... ‘Japanners zullen voorlopig alleen met mate kunnen genieten van hun McChoco Potato – patat met chocoladesaus’. Wat? Serieus? Dat klinkt echt ontzettend goor. Zoete chocola op hartige patat? Hoe verzin je het.
Of was ik een beetje te snel met deze veroordeling? Hebben we allemaal wel eens last van, tenslotte. Waarom vind ik Mole Poblano, de beroemde Mexicaanse saus die met kip wordt gegeten, dan wel heel lekker? Zit ook chocola in. Komt het omdat het een bekend gerecht is, en de creaties bij McDonald’s nou niet bepaald bij MasterChef bedacht worden? Hoe dan ook, verrassende combinaties moet je niet op voorhand naar de prullenbak verwijzen, je weet nooit wat voor moois eruit kan ontstaan. Maar die chocola op de patat ga ik voorlopig toch maar even overslaan. Ze hebben tenslotte allebei niet zo’n goede invloed op mijn omvang.
Gelukkig kun je in patchwork je voorliefde voor ongewone combinaties uitleven zonder een aanslag op je hart en bloedvaten te doen. Veiligheid voor alles, is daar juist niet het devies Behalve natuurlijk dat je niet in je vingers moet snijden. Heb je nou net uren besteed aan het zoeken van precies die ene kleur rood, of blauw, en de precies erbij passende neutrale achtergrondkleur? En koop je vooraf ruim voldoende stof om zeker te weten dat je aan het eind van je project niet tekort komt? Dat je je rolmes van razernij wegsmijt omdat je onmogelijk de laatste stukjes patchwork uit dat miezerige overgebleven reepje stof kunt snijden?
Zet dan eens een andere bril op. Als ik van mijn huis naar Utrecht rijd, en ik kom langs Amelisweerd, geniet ik van de bomenrijen langs de Kromme Rijn. Daar zie je tientallen kleuren groen: helder en licht, donker, grijziger, met een beetje bruin, of meer olijfgroen, alles door elkaar, en het is prachtig. Ons oog houdt er niet zo van als je alles in een keer kunt overzien, het is fijn als je steeds weer iets anders ontdekt. Anders zijn we heel snel verveeld.
Dus waarom zou je dan per se maar één kleur rood, of blauw, of groen mogen uitzoeken voor je quiltproject? Het is veel moeilijker om een klein aantal stoffen uit te zoeken die precies bij elkaar passen, dan per kleur een variatie aan stoffen te kiezen. In plaats van één rode stof, 10 verschillende. Dan is het geen probleem als de tinten wat afwijken: iets lichter, iets donkerder, iets vergrijsder of juist helder. En als je merkt dat je niet genoeg stof hebt, is het geen probleem om er nog een andere rode aan toe te voegen. Diversiteit maakt het leven niet alleen leuker, maar ook makkelijker.
Maar verschillende stoffen van dezelfde kleur kiezen, is niet het enige waarmee je kunt variëren. Diversiteit in contrast is het belangrijkste om überhaupt een patchwork patroon te kunnen zien. Het verschil tussen licht en donker. Hoe frustrerend is het als je met veel aandacht een blok in elkaar hebt gezet, je strijkt hem netjes plat, en je hangt hem op of legt hem neer om het resultaat te bewonderen. En je ziet het mooie sterpatroon niet.
Die stofjes, die van dichtbij zo mooi waren, blijken er van afstand allemaal hetzelfde uit te zien. We worden als we op stoffenjacht gaan nl. vooral verliefd op de medium stofjes. Niet al te licht en niet al te donker. En die medium stofjes contrasteren misschien wel met elkaar in kleur, maar niet in de tint – dat is de term voor hoe licht of hoe donker een stof is. En als je al die medium stofjes met elkaar combineert, kan het resultaat wel eens tegenvallen. Net als wanneer je zout en peper vergeet in een gerecht. Dus leg ook altijd heel lichte en heel donkere stoffen in je stapel. En hoe weet je nu of het contrast genoeg is? TIP: Leg je stofjes naast elkaar, maak een foto met je telefoon op zwart/wit instelling, en je kunt het contrast perfect zien.
De derde manier om diversiteit in je project te brengen is door te variëren in de grootte van de print op de stof. Je hebt natuurlijk effen stoffen, die alleen uit een kleur bestaan. Maar de meeste stoffen hebben een printje: klein of groot. Wissel kleine printjes af met grote. Of gebruik hier en daar een effen stof. Of een streep of een ruit. En het is heel verrassend als je een grote print in stukjes snijdt: het is onvoorspelbaar wat er in ieder stukje stof terecht komt. En daardoor krijg je een spannend geheel, terwijl de stukjes toch goed bij elkaar passen qua kleur. Ze komen tenslotte uit dezelfde stof.