• Description

Heb jij dat ook? Dat als je eenmaal iets weet, je het niet meer niet kunt weten? In mijn werk bij een hogeschool, heb ik o.a. les gegeven over sociaal ondernemerschap. Dat gaat over ondernemers die hun bedrijf runnen om maatschappelijk het verschil te maken: ze willen de wereld een beetje mooier en beter maken. Sociale ondernemingen zijn geen goede doelen. Het zijn gewone bedrijven. Ze willen winst maken, want dat is nodig voor het voortbestaan van het bedrijf. Maar ze zijn ook anders dan de meeste bedrijven. Zij zien winst maken als een middel, en geen doel op zich. Hun uiteindelijke doel is de maatschappelijke impact die ze voor elkaar krijgen.

Een van de inspirerende bedrijven die ik daarbij tegenkwam is Mud Jeans, een Nederlands bedrijf. Bert van Son begon ermee in 2012. Hij werkte toen al 30 jaar in de mode-industrie. En hij vond dat het anders moest. Voor de katoenproductie van 1 spijkerbroek is wel 7000 liter water nodig. Stel je even voor: daar kun je ruim drie maanden lang iedere dag ongeveer 9 minuten voor onder de douche staan! En voor de productie van katoen worden ook veel chemicaliën gebruikt, om insecten en plantenziektes te bestrijden. Mud Jeans heeft een prachtige oplossing verzonnen: je koopt je spijkerbroek niet, je least hem. Na afloop van de leaseperiode van een jaar, kun je hem houden of terugsturen, en dan wordt hij gerecycled tot een nieuwe jeans. Een innovatieve en duurzame oplossing.

Door dit verhaal drong echt tot me door hoe vervuilend de katoenteelt is, en toen kon ik het niet meer niet weten. In 2003 ben ik begonnen met mijn online quiltwinkel, Minewood Quilting. En daarin wilde ik natuurlijk ook quiltstoffen verkopen. Quiltstoffen worden meestal speciaal voor patchwork en quilten gemaakt. Ze zijn van 100% katoen en van goede kwaliteit, in de mooiste kleuren en prints. Een prachtig natuurproduct. Ik kocht in wat ik mooi vond, en waarvan ik hoopte dat mijn klanten het ook mooi zouden vinden. En de duurzaamheid van de stoffen kwam niet echt in mijn hoofd op. Maar inmiddels kan ik het er ook niet meer uit zetten.

De afgelopen jaren vroeg ik wel steeds vaker aan de groothandels waar ik mijn stof inkocht, of ze ook biologische katoen hadden. Nee dus, en de paar stoffen die er soms waren, waren superduur. In stoffen voor kleding maken zijn er tegenwoordig wel veel betaalbare keuzes aan duurzame stoffen, zoals tencel. De katoenen quiltstoffen worden echter nog steeds op de gebruikelijke, vervuilende manier gemaakt. Maar wat moet je met deze kennis?

Met patchwork en quilten maak je iets nieuws van stukjes stof. En daarvoor kun je natuurlijk nieuwe stoffen kopen, speciaal voor een project, maar dat hoeft niet. Ik ben niet van het opgeheven vingertje, dus van mij mag je gewoon mooie stoffen kopen voor je projecten en daarvan genieten. Maar ik vind het wel een uitdaging om te zien wat ik kan doen om patchwork en quilten te verduurzamen. En dat is eigenlijk helemaal niet zo moeilijk.

Ik heb 5 tips:

Tip 1:

Duik in je voorraad.

Maak eerst de stoffen op die je al hebt. Alle quilters kennen het: we zijn een beetje hoarders, we verzamelen graag stoffen. Tenminste, ik wel. Ik heb in al die jaren een behoorlijke voorraad aangelegd. Quilters noemen dat ook wel hun ‘stash’. Dat Engelse woord betekent een verborgen buit, een stiekeme voorraad. We komen er vaak niet graag voor uit hoeveel we wel niet hebben! Maar die stiekeme voorraad is een goudmijn. Dus daag jezelf uit en werk in je nieuwe project alleen maar met stoffen uit je ‘stash’.

Tip 2:

Werk met restjes van je eerdere projecten.

Bij ieder project dat je afmaakt, lijkt het wel of je berg stofjes bijna niet kleiner is geworden. Laat je creativiteit los op die berg afgesneden restanten. Aan elkaar genaaid heb je zo weer een nieuwe lap stof voor een project.

Tip 3:

Doneer wat er dan nog overblijft aan een basisschool in de buurt.

Dacht je dat je met die ienieminie kleine stukjes niets meer kunt? Nou, die kinderen op de basisschool weten er wel raad mee. Scholen vinden het vaak heerlijk om textiel materiaal te krijgen, weer eens wat anders om mee te werken. En dat het kleine stukjes zijn is juist fijn, dan hoeven de kinderen niet met scherpe scharen in de weer. Ze maken er prachtige collages mee. Kun je natuurlijk ook met je eigen kinderen of kleinkinderen doen.

Tip 4:

Verwerk gebruikt textiel.

Kijk eens in je kledingkast, ruim eens lekker op.  Van katoen, maar ook van andere stoffen, kun je super projecten maken. Oude overhemden, spijkerbroeken, T-shirts, allemaal heel geschikt om quilts, tassen, kussens, enz. van te maken. Vertel in je omgeving dat je belangstelling hebt voor dit soort overtollige kleding, en je hebt binnen de kortste keren een flinke voorraad. Of ga eens bij de kringloopwinkel neuzen voor leuke vondsten.

Ik heb een koffer vol met wollen rokken van mijn schoonmoeder, die drie jaar geleden is overleden. De komende weken ga ik daarmee aan de slag: uit elkaar halen en zoveel mogelijk van de stoffen redden. En dan kussens maken, denk ik, misschien ook tassen. Ik neem jullie de komende weken mee in mijn ontdekkingstocht.

wat zit er in de koffer?
wollen rokken
plooien in wollen rokken

Tip 5:

Gebruik een gerecyclede tussenvulling.

Tussenvulling: je weet wel de laag tussen de bovenkant en de achterkant van een quilt of een gequilt project (voor uitleg: luister naar aflevering 1 van mijn podcast). Ik gebruik al jaren met veel plezier de vulling Dream Green van het merk Quilter’s Dream. Ik verkoop hem ook in mijn webwinkel. Deze vulling is gemaakt van gerecyclede PET-flessen. Het is een polyester fleece. Mooi dun, makkelijk te quilten, zowel met de hand als met de naaimachine. En inderdaad, niet helemaal wit of beige, zoals de meeste vullingen, maar heel lichtgroen.

Veel mogelijkheden dus, om stapjes te zetten om patchwork en quilten duurzamer te maken.

Wil je meer weten over quilten en patchwork? En wil je mijn ontdekkingstocht met de rokken van mijn schoonmoeder volgen? Abonneer je dan op mijn podcast of meld je aan voor mijn emailberichten.