Als kind zat ik altijd met mijn neus in een boek. Helemaal opgaan in een verhaal en de tijd vergeten. Maar ik knutselde ook graag. Tekenen, kleuren, knippen, plakken en later breien en haken. Die twee behoeftes, iets doen met mijn hoofd en iets met mijn handen, heb ik altijd gehouden. En ik ben een kind van de jaren 70. Dus ik ging ook macrameeën en spinnen. Achterin de klas breiden we op de middelbare school lapjes voor dekens voor het Medisch Comité Nederland-Vietnam. Het was tenslotte het hoogtepunt van de Vietnamoorlog. Geen idee of die dekens daar ooit zijn aangekomen, trouwens.
Maar wat is nou het belangrijkste: je hoofd of je handen? Als je het goed doet op school is de keuze snel gemaakt: je hoofd, natuurlijk. Daar kun je later nl. het makkelijkst je brood mee verdienen. Dus na school studeren. Engels, in Utrecht. Spannend, niemand in mijn familie was naar de universiteit geweest. Ik had er een geweldige tijd, kon me suf lezen aan boeken, ontdekte mijn passie voor taalkunde, haakte gordijntjes voor mijn studentenkamer en ontmoette er de liefde van mijn leven. En dan aan de slag met dat volle hoofd. Twee jaar als onderzoeker tussen de nerds van het Philips Nat Lab. En daarna als beleidsmedewerker en manager bij een faculteit van de Universiteit Utrecht. Hoofdwerk: veel lezen, nadenken, praten en schrijven. Ik kon mijn dochter maar moeilijk uitleggen wat ik nu eigenlijk deed. In het drukke leven van een dertiger sloeg stress regelmatig toe. En wat helpt dan geweldig? Iets met je handen maken: even vertragen en ontspannen. Even uit je hoofd , iets onder je handen zien groeien. En toen ik begon met patchwork, was ik verkocht. Dat het aan elkaar naaien van kleine stukjes stof zoiets moois kan opleveren, vond ik een magische ervaring.
Vertragen en ontspannen is fijn, maar je moet het niet overdrijven. Ik vertelde in de vorige aflevering al dat ik het leerde op de ‘ouderwetse’ manier: malletjes uitknippen uit schuurpapier, op de stof aftekenen, met een schaar uitknippen en met de hand aan elkaar naaien. En liefst een grote quilt voor op bed maken. Geen wonder dat ik hem pas na 15 jaar afmaakte, toen mijn dochter een half jaar in Ierland ging studeren, en hij mee moest. Dus sneller werken met rolmes en naaimachine kwam voor mij als geroepen. Nog steeds ontspannend, maar tenminste kwamen die UFO’s (Unfinished Objects) dan eens af.
En snel is OK, maar wel graag precies! Ik geef het toe, ik ben een perfectionist. Of, zoals op het T-shirt van mijn partner staat, die al net zo is, Prefectionist! En taalkundige. Zo zie ik ieder spelfoutje meteen. Vinden mijn studenten bij de hogeschool niet zo cool. En ook wel een beetje een nerd: altijd in voor de nieuwste gadgets, en gegrepen door de geometrische patronen van patchwork. Voor mij dus niet ongeveer een lapje op maat snijden, maar precies. En dan netjes aan elkaar naaien. Ik haal het liever uit als het niet goed past. Want dan krijg je een heuvellandschap in plaats van een mooie platte lap uit vele stukjes.
Perfectionisme moet je wel temmen. Als je alles blijft uithalen, komt er nooit iets af. En daarom werk ik al jaren met de perfect gemaakte malletjes van Marti Michell om stukjes stof op maat te snijden. Superhandig! Je hoeft niet meer zelf te rekenen: je snijdt gewoon met je rolmes precies de vorm van het malletje uit. De ¼ inch naadtoeslag zit er al bij in. De hoekjes van al die vierkanten, driehoeken, ruiten en andere geometrisch vormen snijd je langs die malletjes zo af, dat de stukjes stof precies op elkaar passen. Zonder wiskundig inzicht. Nooit meer gokken of het wel goed gaat.
En voor een perfect resultaat hoef je dan alleen nog maar een perfecte ¼ inch naad te naaien. Er zijn verschillende tricks en hulpmiddelen om dat op je naaimachine in te stellen. Toen ik eenmaal met Marti’s spullen gewerkt had, heb ik nooit meer iets anders gebruikt. En de vele quilters die ik geleerd heb om met deze supertools om te gaan, ook niet.
Marti is een Amerikaanse quiltgoeroe die al heel lang een belangrijke rol speelt in de quiltindustrie. Dit jaar werd ze opgenomen in de Quilters Hall of Fame. Zij heeft een enorm oeuvre van malletjes in alle maten en vormen en linialen voor speciale patchwork blokken. En ik verkoop ze in mijn online winkel allemaal, want ze zijn allemaal geweldig. Kijk op je gemak rond in fr Afdeling Templates en Linialen Marti Michell, voor ieder patroon is er wel een oplossing.
Neem nu b.v. de ultieme basisset: template set A. Er is een hele serie, die nu tot en met set T loopt. En naast deze serie nog veel meer. Maar goed, laten we eens beginnen met set A. Een set met 7 malletjes: drie vierkanten en vier driehoeken in verschillende maten die allemaal bij elkaar passen en waarmee je een bijna oneindig aantal verschillende blokken kunt maken. Perfect om mee te beginnen. De afbeeldingen zie je hieronder.