De laatste tijd hoor ik steeds slechter. Dus vraag ik eindeloos ‘wat zeg je?’ En ik zet de tv harder, tot mijn partner in arren moede, om het getetter te ontlopen , maar een stukje verderop gaat zitten.
Eerst dacht ik, het zal de leeftijd wel wezen. Moet ik dan toch eens gehoor geven aan die eindeloze stroom irritante reclames aan het eind van jaar van allerhande aanbieders van gehoorapparaten? Ik stel het nog even uit, wie weet gaat het vanzelf wel weer weg.
Haha, het ging natuurlijk helemaal niet weg, sterker nog, het werd alleen maar erger. Het begon te voelen alsof mijn oren aan beide kanten verstopt zaten. Alles klonk een beetje dof, door een soort mist, en soms ook een beetje blikkerig. Kwam het misschien door het aanduwen van die oortjes, die de teams meetingen en de zoom meetingen veraangenaamden?
Druppelen met olie, zei de doktersassistente. Zie je dat voor je: met de fles extra vierge olijfolie? Gokken of ik het er niet naast zou gieten of riskeren dat mijn oren zouden overlopen? Gelukkig adviseerde ze om een wattenstaafje in olie te drenken en dat boven mijn oor te houden (eerst wel je hoofd horizontaal houden, natuurlijk 😊) en dan via de buitenrand van het oor uit te drukken. Keurig gedaan en op naar de uitspuitsessie. Lang verhaal kort: geen verstopping. Tenminste niet in mijn oren.
Wel in de rest van de krochten van mijn hoofd. Allerhande allergieën en verstoppingen in mijn neus zorgen ervoor dat mijn trommelvliezen zich van schrik terugtrokken en niet meer zo lekker heen en weer kunnen flapperen. En dan hoor je niet zo goed. Afijn, eerst een paar weken een speciale neusspray en dan verder kijken.
Als quilter denk je misschien, boeien, als ik het maar goed kan zien, horen is niet zo belangrijk. Helemaal waar, maar soms moet je ook als quilter op je gehoor kunnen vertrouwen. En als je wilt weten hoe dat zit, moeten we het eerst over de draadrichting hebben.
Als je goed naar een stukje stof kijkt, kun je de draden zien lopen. Stof is opgebouwd uit draden die door elkaar geweven zijn. En die draden staan haaks op elkaar. Als je wel eens een weefgetouw hebt gezien weet je dat er lange draden op gespannen worden; de schering, en dat er horizontaal draden doorheen geweven worden: de inslag.
De termen recht-van-draad en schuin-van-draad hoor je eindeloos vaak bij het maken van patchwork. Zie je het voor je? In twee richtingen van de stof kun je de recht-van-draad zien: verticaal en horizontaal, haaks op elkaar. Schuin-van-draad is, inderdaad, dan schuin tussen die twee richtingen in. Leuk hoor, maar wat heb je eraan?
Nou, dat heeft te maken met hoeveel de stof rekt. In eerdere afleveringen heb ik al verteld dat het bij patchwork maken belangrijk is dat je stof zich een beetje gedraagt. Een beetje in het gareel blijft. Niet uit de band springt. Zie jij maar eens een mooi patchwork blok te maken met stukjes die precies aan elkaar passen en dat als het klaar is netjes plat ligt, als je stoffen alle kanten op glibberen en rekken. Dan wordt het dus nooit wat. Katoenen quiltstoffen zijn mooi stevig, maar je kunt ze echt wel oprekken als je je best doet. Trek maar eens aan een stukje katoen schuin op die schering- en inslagdraden: dat rekt ontzettend goed!
Om die stoffen in toom te houden, is het fijn om zoveel mogelijk recht-van-draad te snijden. Dat rekt minder, en verwerkt dus makkelijker. Je wilt in ieder geval graag dat de buitenrand van je patchwork blok recht-van-draad is. Als je die blokken dan aan elkaar naait, houden ze het geheel mooi in toom.
Maar het kan nog ingewikkelder: er zijn twee soorten recht-van-draad! Schering en inslag horen wel bij elkaar, maar zijn niet hetzelfde. Schering is de precieze van de twee: rekt bijna niet! Inslag daarentegen is de rekkelijke, rekt wel een beetje. Dus als je nu lange stroken snijdt en verwerkt, dan is het handig om de lange kant van de strook het minst te laten rekken. Naait netter aan elkaar en gaat minder bobbelen.
Leuk om te weten, maar hoe weet je nu wat schering is en wat inslag? Als je een groot stuk stof hebt, zit daar waarschijnlijk een rand aan, meestal wit, met kleurtjes en tekst erop geprint. De kleurtjes zijn de kleuren die in de stof zitten en de tekst geeft meestal informatie over het merk of de serie van de stof. Dat randje heet de zelfkant. Je snijdt hem er altijd af, want hij is dichter geweven dan de rest van de stof. Eraan laten zitten leidt tot trekken, en dat is niet fijn! Als hij er nog aan zit, dan weet je dat die kant de schering is: recht-van-draad die parallel aan de zelfkant loopt, rekt het minst. Probeer maar eens: eerst even trekken in de richting van de zelfkant en dan dwars op de zelfkant. Voel je het verschil?