• Beschrijving

Knippen of snijden?

In deze aflevering zoom ik met je in op patchwork. Patchwork doet wel een beetje denken aan dat houten speelgoed van vroeger. Gekleurde houten vormpjes waarmee je allerlei verschillende mozaïeken kunt maken. Het bestaat trouwens nog steeds, zag ik. Patchwork kun je zien als een mozaïek van stof.

Voor patchwork naai je stukjes stof van verschillende vormen aan elkaar tot een patroon. Dat betekent dat je eerst die vormen van stof moet maken, om ze daarna aan elkaar te kunnen naaien. Er zijn trouwens mensen die het maar een rare hobby vinden: eerst stof in stukken knippen of snijden, om het daarna weer aan elkaar te naaien. Iets met paarden en achter de wagen spannen. Maar ze vergelijken de schilderijen die kunstenaars maken toch ook niet met het witten van een muurtje? Denk nog maar eens aan de definitie van Van Dale, die ik in de eerste aflevering van deze podcast noemde: patchwork is ‘kunstwerk van aan elkaar genaaide lapjes textiel’. Dus als zo’n lolligerd je vraagt waarom dat gedoe met die lapjes zo omslachtig moet, antwoord je maar dat een kunstenaar nu eenmaal goed materiaal nodig heeft om iets moois te maken. En dat je om een kast te maken, het hout ook eerst in stukken moet zagen.

OK, patchwork, dus. Mooie geometrische patronen maken. Meetkunde in het platte vlak. Hoho, dit wordt toch geen wiskundeles he?  Schrik niet, iedereen kan dit. Weet je nog, dat houten speelgoed? Toen was het ook heel makkelijk om met vierkanten, driehoeken en ruiten te spelen en mooie patronen te leggen. Dat gaan we met stof ook doen en dat is niet moeilijk, maar juist leuk en spannend. En spelenderwijs steek je meteen ook wat meetkundige kennis op.

De eenvoudigste vorm om aan elkaar te naaien is wel het vierkant. Je kunt een heel vlak, en dus ook een hele lap maken met alleen maar vierkantjes tegen elkaar aan. En wanneer wordt het dan leuk om naar te kijken? Als die vierkantjes samen een patroon vormen, dat je, ook op afstand, nog kunt ontwaren. Dat kan een heel regelmatig patroon zijn, maar ook meer kris-kras door elkaar. Het is maar net welk effect je wilt bereiken.

En om dat effect te bereiken ga je spelen met kleur en vooral met contrast. Contrast tussen licht en donker. Je kunt je wel voorstellen dat als je een rode lap in vierkanten snijdt en die dan allemaal weer aan elkaar naait, er niet een heel spannend patroon ontstaat. Een goed contrast tussen licht en donker is de basis van heel veel patchwork patronen. Kleurgebruik en contrast bespreek ik later een keer uitgebreid. Nu even over de vraag hoe je die vierkantjes stof maakt.

Daarvoor moet ik je eerst iets vertellen over de hulpmiddelen die je nodig hebt. Toen ik begon met patchwork maken, zo’n dertig jaar geleden, leerde ik om eerst malletjes te knippen uit schuurpapier. Met een speciaal daarvoor gereserveerde goedkope flutschaar, want bot dat ie daarvan wordt! Dan legde je de stof op een plankje dat je met schuurpapier beplakt had, legde daarop het stukje uitgeknipte schuurpapier, tekende er met een potlood omheen. Dan is ineens het idee achter dat schuurpapier ook duidelijk, stof rekt namelijk nogal, en dan bleef het lekker goed liggen. Vervolgens knipte je het stukje stof dan met je goede stofschaar uit. Klinkt omslachtig, en dat was het ook. En heel precies werd het ook niet.

Gelukkig zijn er modernere methoden, met slim gereedschap. De snelste en meest precieze manier om stof in de juiste vorm te krijgen, is om het te snijden met een rolmes. Dat lijkt op een pizzames, maar dan scherper, en speciaal voor stof. En omdat hij zo scherp is, kun je door een paar lagen stof tegelijk snijden, dat gaat lekker snel! Om hem zo superscherp te houden, moet je hem wel combineren met een goede kwaliteit snijmat. Een waar het mes in snijdt, zonder dat het mes daardoor beschadigt. En de mat herstelt zich weer van het snijden: hij bestaat in feite uit samengeperst, een beetje elastisch materiaal. Het mes drukt het uit elkaar, en snijdt het niet door. Dit soort matten zijn dun en soepel. De hardere, wat dikkere matten zijn goedkoper, en zijn bedoeld zijn voor b.v. het snijden papier met een hobbymesje. Maar let op, deze matten beschadigen al snel je rolmes. En in plaats van soepel door de stof te snijden, heb je dan het gevoel dat je over een hobbelige weg rijdt met je mes. Je snijdt niet netjes door de stof, maar maakt een soort stippellijn. Het snijden hapert steeds. En dat komt omdat je mes niet meer perfect rond is. Goedkoop is dan echt duurkoop, want je moet het mes uit je rolmes vervangen door een nieuwe.

Rolmessen zijn er in verschillende vormen. Omdat ze allemaal superscherp zijn, is het ontzettend belangrijk om ze goed te gebruiken, en er vooral veilig mee om te gaan. Alle messen hebben een manier om het mes te vergrendelen, zodat hij goed beschermd is als je hem opzij legt. En denk niet, laat maar zitten, ik vind het teveel gedoe. Een mes valt wel eens op de grond, en die wil je niet in je voet krijgen. En houd hem uit de buurt van kinderen en huisdieren!

De meest gebruikelijke maat van het ronde mes is 45 mm. Er zijn ook kleinere, van 28 mm, die zijn handiger voor ronde vormen. En er zijn ook grote, van 60 mm, voor het snijden van veel lagen stof tegelijk.

Een ander verschil is de vorm. Er zijn rechte messen, met een schuif voor het verzekeren van je mes. Anderen hebben een iets meer gebogen vorm, die wat beter in de hand ligt, en waarbij het vergrendel mechanisme wat makkelijker werkt. En er zijn messen, van het merk Martelli, die ik zelf met veel plezier gebruik, omdat hun ergonomische vorm supergoed werkt. Ik ben ruim 10 jaar geleden aan artrose in mijn hand geopereerd. En veel snijden met de standaard rolmessen vind ik behoorlijk belastend voor mijn hand. Omdat het handvat boven het ronde mes zit waarmee je snijdt, moet je je hand een beetje draaien, en dat is niet fijn. Bij de rolmessen van Martelli zit het handvat naast het ronde mes, en kun je je hand recht houden. Een neutrale, ontspannen houding, waarmee je minder kracht nodig hebt, en langer kunt snijden zonder pijn te krijgen. Omdat het handvat naast het mes zit, zijn er twee soorten: een voor links- en een voor rechtshandigen. Op mijn YouTube kanaal vind je filmpjes waarin ik het Martelli mes gebruik, dan kun je hem in actie zien.  

klassiek rolmes
Ergonomisch rolmes
Martelli rolmes

Goed, we weten nu dat je een goed rolmes en een goede snijmat nodig hebt. Maar hoe snijd je nu precies en recht met een rolmes? Nou, niet uit de vrije hand, dus. Je gebruikt linialen waar je langs kunt snijden. Die linialen moeten dan dik genoeg zijn om je rolmes er langs te kunnen laten gaan zonder in de liniaal te snijden. Die linialen bestaan uit doorzichtig acryl, met daarop lijnen en maten om je te helpen precies te snijden. Ze zijn zo’n 3 millimeter dik. Je legt de liniaal op de stof, zet je rolmes ertegenaan, en snijdt langs de liniaal de stof af. Klinkt makkelijk, en dat is het in principe ook, maar er zijn wel wat tips. Ik heb er weer 5 voor je.

Tip 1:

Zet je hand waar je niet mee snijdt op de liniaal, om hem netjes op zijn plek te houden. Je linkerhand als je rechtshandig bent, en je rechterhand als je linkshandig bent. Het beste is om je hand niet plat te leggen, maar je vingertoppen erop te zetten, dan schuift hij minder.

Tip 2:

Als je een lange liniaal gebruikt (b.v. een van 60 cm), is het slim om de hand waarmee je de liniaal vasthoudt, een paar keer te verplaatsen. Zet je hand op het eerste deel van de liniaal, snijd een stukje, stop even met snijden, verzet je hand, snijd weer een stukje, enzovoorts.  Zo voorkom je dat het uiteinde net wegslipt als je het laatste stukje snijdt.

Tip 3:

Als je zo geconcentreerd aan het snijden bent, let dan op dat je niet een van je vingers van de rand van de liniaal laat glijden. Het superscherpe mes snijdt ook prima door vingers, en je wilt liever niet bloedend worden afgevoerd naar de Spoedeisende Hulp.

Tip 4:

Zet je rolmes rechtop tegen de zijkant van de liniaal. Probeer niet precies aan het begin van de liniaal te beginnen met snijden. Je snijdt dan makkelijk in de liniaal, en dat is niet best voor je mes, en ook niet voor de liniaal. Houdt je mes netjes rechtop, en niet scheef tegen de liniaal aan.

Tip 5:

Als extra hulpmiddel om te voorkomen dat je liniaal gaat schuiven tijdens het snijden, kun je er kleine antislip plakkertjes op plakken. B.v. de TrueGrips plakkers , ze zijn dun, ze blijven goed zitten op je liniaal en ze werken perfect. Hoef je iets minder krampachtig de liniaal met je hand vast te houden. Alles voor ontspanning!

Nou hebben we het al een hele tijd over gereedschappen, en hoe je moet gebruiken, maar nu weten we nog steeds niet hoe we vierkantjes moeten snijden! Nou, dat is heel eenvoudig: je snijdt eerst stroken uit de stof van de breedte van je vierkantjes, en daarna draai je de strook om, en snijd je er vierkantjes uit. Daarvoor kun je de lijnen van je liniaal gebruiken, om de goede maat te snijden.

Over hoe je nu bepaalt hoe groot je vierkanten moeten worden, hoe je de zgn. naadtoeslag bepaalt (en wat dat is), en of je nu in centimeters of in inches wilt werken: dat wordt de volgende aflevering.

En dan tot slot: de rokken van Tannie!

Ik heb beloofd om je mee te nemen op mijn ontdekkingstocht in het verwerken van de wollen Schotse rokken van mijn schoonmoeder, Tannie. Ik heb deze week de eerste rok uit elkaar gehaald, en zoveel mogelijk wollen stof geoogst. Het is een rok zonder band, met een voering, en ingenaaide stopplooien.

Ik heb eerst met een schaar de voering eruit geknipt. En toen met de schaar voorzichtig dicht langs de zijnaden geknipt. Meteen de rits eruit geknipt, die zat in de zijnaad verwerkt. Dit ging met een schaar prima, dat zou ik met een rolmes veel lastiger vinden. Ik heb er niet voor gekozen om de naden open te gaan tornen: veel te veel werk. En natuurlijk het merkje eruit gehaald (‘Fine Woollens Woven in Scotland, Pure New Wool’) en het knoopje gered.

merkje Schotse rok

Toen heb ik goed naar de plooien gekeken. Daar zit enorm veel stof onder, dus ik wilde wel proberen of ik ze kon lostornen. Dat bleek niet zo’n goed idee. De kleur van het garen was heel goed gekozen, je kon het bijna niet zien! En al heel snel snijd je dan per ongeluk gaatjes in de wollen stof.

Ik heb ervoor gekozen om het deel waar de plooien vastgenaaid waren er in zijn geheel af te snijden, nu wel met een rolmes langs een liniaal. Niet een heel lange liniaal, omdat ik de ronding van de rok wilde volgen en de rand zo recht mogelijk wilde afsnijden. Dat leverde een strook op van ongeveer 25 cm. Vooral de binnenkant is superleuk om in een project te verwerken: daar zitten de flapjes van de plooien.

plooien
plooien afsnijden
oogst

De rest van de stof had gestreken plooien, en ik vond het spannend om te ontdekken of ik in staat zou zijn ze eruit te strijken. Met een natte perslap en de strijkbout op de wolstand, lukte dat prima. Wel een tijdrovend klusje. Echt iets om een podcast of een Netflix serie bij aan te zetten, want je hoeft er niet heel goed bij na te denken. Uiteindelijk hield ik, naast de strook met plooien, twee stukken van ongeveer 55 cm x 1,25 m. over. Superveel stof in zo’n rok! Wel een heel stoffig werkje! En maar een klein hoopje restjes om weg te gooien.

wat er over blijft

Het is leuk om na te denken over wat ik ermee wil gaan doen. Misschien vierkanten, of rechthoeken (langgerekte vierkanten). Kussens lijken me leuk, maar tassen ook. Maar dan moet ik eerst de stof uit de andere rokken gaan oogsten, om een variatie aan kleur en contrast tussen licht en donker te kunnen maken. En dan maar spelen. Volgende keer verder!

Wil je nog meer weten over quilten en patchwork? En wil je mijn ontdekkingstocht met de rokken van Tannie volgen? Abonneer je dan op mijn podcast of meld je aan voor mijn emailberichten.