• Beschrijving

Een paar dagen geleden zag ik op de VPRO-website deze titel ‘We verspillen talent door neer te kijken op handwerk.’ Het was denk ik het woord ‘handwerk’ dat mijn aandacht trok. Bij handwerk denk ik namelijk meteen aan textiel en garens, en natuurlijk aan patchwork en quilten. Maar hier werd iets anders bedoeld.

Dat handwerk kwam langs in een online meeting voor middelbare scholieren als vervolg op een uitzending van het VPRO programma Tegenlicht over ‘de nieuwe elite’. En wat is die nieuwe elite dan? Een voorbeeld is Hieke Grootendorst die vertelt hoe zij eerst als communicatieadviseur werkte, maar tegenwoordig de eigenaar is van het vrouwelijke klusbedrijf ‘Zij Klust’ in Utrecht. Ze doet alles, van schilderen tot plafonds plaatsen. Op de middelbare school kreeg ze te horen dat ze VWO kon doen. Ze zegt: ‘En dan wordt het als zonde gezien als je daar niks mee doet.’ Achteraf zegt ze: ‘Maar hoe zonde is het als je niets doet met wat je met je handen kunt.’ Je vindt de uitzending hier: scroll naar het eind van de pagina.

De nieuwe elite is de groep die in technische beroepen al die dingen maken waar ons leven uit bestaat. In de uitzending zit ook een hilarische Duitse video: Was wäre das Leben ohne das Handwerk? Die laat nogal apocalyptisch zien wat er gebeurt als alles wat gemaakt is zou verdwijnen. Voor als je nog niet overtuigd was dat technische vaardigheden onmisbaar zijn.

Rineke van Dalen, hoogleraar sociologie aan de Universiteit van Amsterdam stelt in de uitzending dat het onderscheid tussen technisch en theoretisch onderwijs, of hoger en lager onderwijs, achterhaald is. Ze zegt ‘Bij alles wat je maakt moet je ook je hersenen gebruiken. Het onderscheid slaat nergens op, maar het zit heel diep in ons verankerd.’ Zo, dat is dan maar duidelijk.

Wat ik wel miste, is aandacht voor textiel en garens. Ook binnen handwerk is er blijkbaar een hiërarchie. Als het woord techniek valt, gaat het meteen over loodgieters, stukadoors, metaalbewerkers, elektriciens enz. Zelden over stoffen. Komt die lagere waardering misschien doordat textiele vaardigheden vooral door vrouwen worden beoefend? Ik denk het wel. Maar voor het verwerken van stoffen tot kleding, tassen of quilts, is net zo goed technische vaardigheid nodig. En ook al doe je het als hobby, en niet om je inkomen ermee te verdienen, het doet ertoe. In aflevering 5 van deze podcast vertelde ik al over mijn behoefte om naast mijn dagelijkse werk met het hoofd, iets met mijn handen te maken. En hoe ontspannend dat is. Ik weet dat dit voor veel quilters geldt.

En nu is het belangrijk om in te zien dat het verschil in waardering tussen werken met je hoofd en met je handen onzin is. Zoals Rineke van Dalen het zegt: het slaat nergens op. En als dat zo is, dan mag je ook trots zijn op je textiele hobby – ook daar heb je je hoofd bij nodig, en technische vaardigheden. Trots zijn op wat je met je handen kunt.

En daar mag je ook in investeren. In goed materiaal, en in training, om je technische vaardigheden te vergroten. Om perfect patchwork te maken werk ik met de malletjes en linialen van Marti Michell. Die helpen me om snel en eenvoudig stukjes precies op maat te snijden en eenvoudig en precies aan elkaar te naaien tot prachtige patronen. Snel en eenvoudig, maar zonder de verspilling van stof die bij veel zgn. snelle methodes het resultaat is. Binnenkort lanceer ik de eerste twee trainingen waarin ik je alle tips en tricks leer over het werken met Marti’s malletjes. Via mijn emailberichten krijg je daar als eerste alle informatie over. Meld je daarvoor aan, als je niets wilt missen.

En hoe staat het met de voortgang van mijn project met de Schotse wollen rokken van mijn schoonmoeder?

Afgelopen week heb ik de stukjes aan elkaar genaaid voor de bovenkant van een kussenhoes. En wat heb ik ervan geleerd?

  1. Dat een iets grotere naad dan gebruikelijk prima werkt bij wollen stoffen. Ik heb 3/8 inch gebruikt (ongeveer 1 cm) in plaats van ¼ inch. 

  2. Dat je naden van wollen stoffen het beste open kan strijken. In plaats van naar een kant, wat ik bij katoen gewend ben. En met een perslap.

  3. Dat het handig is om veel spelden te gebruiken. De stof rekt meer dan katoen, en je wilt het wel goed onder controle houden! Ik speld overigens altijd dwars op de naad, met het uiteinde van de speld naar buiten. De spelden laat ik er dan in zitten bij het naaien. En ik neem voor lief dat ik er af en toe een raak. Mocht je dat zonde vinden van je spelden, dan kun je ook steeds de speld eruit trekken voordat je er overheen naait.

  4. Dat het heel belangrijk is om het eind van de naad goed vast te houden, en liefst niet met je vingers. We gaan tenslotte goed met onze machines om. Gebruik een stiletto, of het puntje van een schaar, b.v. Als je het eind goed vasthoudt, heb je minder risico dat je naad aan het eind een beetje wegglijdt, en smaller wordt. Netjes rechtdoor tot het eind is belangrijk om de maat te laten kloppen.

  5. Dat je toch altijd, ook als je denkt het precies goed neergelegd te hebben, iets verkeerd aan elkaar naait. De onderste rij zat verkeerd om! Even uithalen en opnieuw spelden en naaien.

  6. En het leukste: altijd ben ik weer verbaasd over hoe anders patchwork eruit ziet als je het aan elkaar hebt genaaid. De lapjes naast elkaar leggen geeft je wel een indruk, maar het echte effect zie je pas na het naaien. En dat is altijd mooier.            

eerste twee rijen aan elkaar

Eerste twee rijen aan elkaar

flink spelden

Flink spelden

en naaien

en naaien...

De top is klaar

De top is klaar

Ik heb nu een stoffen muurtje in half steensverband. Nu nog afwerken. Dat levert weer een hoop vragen op. Tussenvulling erachter? Wordt denk ik wel het mooist. Quilten? Ja, maar hoe? Ik denk voorlopig in de ditch (letterlijk: de greppel). Dat is de term voor quilten (doorstikken) precies in de naad. Je ziet die quiltlijn niet echt, maar het versterkt wel het patchwork effect.

En dan de achterkant van de kussenhoes: eén stuk stof, of hetzelfde patroon als de voorkant? En een rits erin? En waar dan? Ik vind de achterkant in hetzelfde patroon mooier dan met een stof. Dan zou ik de rits horizontaal in het midden kunnen zetten. Maar ik ben geen coupeuse. Ik kan best een rits in zetten, maar mooi onzichtbaar zal het niet worden. Tot mijn vriendin Mariëlle met het lumineuze idee kwam om de rits in de onderkant van de hoes te zetten, in de naad. Dan zet je het kussen met de rits naar beneden neer, en kun je hem aan twee kanten gebruiken.

Volgende stap dus: stukjes snijden voor de achterkant.

Wil je mijn voortgang met de Schotse rokken volgen? En wil je alles weten over mijn online trainingen? Meld je dan aan voor mijn emailberichten.